De Bürgerdialog in Eupen, een wereldwijd bekend model

Image
Ostbelgien-model

Je weet het misschien niet, maar de Duitstalige Gemeenschap van België heeft iets unieks dat over de hele wereld bestudeerd en geanalyseerd wordt: de burgerdialoog of Bürgerdialog.   

Het begon allemaal in 2017. Toen was Oliver Paasch, minister-president van de Duitstalige Gemeenschap, bezorgd over de groeiende kloof tussen de politiek en de burgers van zijn gemeenschap. Hij was ervan overtuigd dat door de burgers meer bij de politieke besluitvorming te betrekken, ze elkaar beter zouden begrijpen en vertrouwen. Hij las het boek "Tegen Verkiezingen" van David Van Reybrouck, waarin wordt gesproken over burgerraden, loting en deliberatie. De twee mannen ontmoetten elkaar. Het idee van een geïnstitutionaliseerde burgerdialoog kreeg vorm. In het begin was het bijna een weddenschap: Het allereerste permanente burgerparlement oprichten? Ik daag je uit! In 2019 wordt de Bürgerdialog bij decreet opgericht.   

Ondertussen begint de burgerdialoog aan zijn vijfde cyclus. En deskundigen uit de hele wereld bestuderen dit model van werken nog steeds. De stad Parijs gebruikt trouwens een vergelijkbaar model, het Ostbelgien-model, dat is aangepast aan de metropool met 2 miljoen inwoners.

Hoe werkt het in de praktijk? Elk jaar, aan het begin van het parlementaire jaar, beslist de burgerraad over het te bespreken onderwerp. Opmerkelijk: het eerste gekozen onderwerp was gezondheidszorg... enkele maanden voor het begin van de pandemie. De intuïtie van de burgers, ongetwijfeld. Daarna kwamen de onderwerpen huisvesting, integratie op school en digitale vaardigheden aan bod. Binnenkort zal de burgerdialoog zich buigen over de integratie van mensen met een migratieachtergrond.   

Zodra een onderwerp is gekozen, gaat een groep gelote burgers gedurende enkele weekends aan de slag. Doorgaans worden de burgers eerst geïnformeerd door deskundigen of stakeholders, waarna ze onderling nadenken, beraadslagen en een reeks aanbevelingen formuleren.   

Een specifiek kenmerk van de burgerdialoog is de betrokkenheid van parlementsleden bij het proces. Tijdens gezamenlijke bijeenkomsten stellen burgers hun aanbevelingen voor. De politici hebben dan een jaar de tijd om ze al dan niet uit te voeren, maar ze moeten elk van hun beslissingen tijdens een gezamenlijke vergadering verantwoorden.   

Anna Stuers, de vaste secretaris van de burgerdialoog, merkt op: "Naast de aanbevelingen die tot politieke besluiten kunnen leiden, geeft de burgerdialoog de deelnemers ook echt inzicht in het werk van politici. Bovendien zeggen de deelnemers aan het eind van de bijeenkomsten dat ze meer inzicht hebben in de politieke besluiten en het politieke proces en dat ze meer vertrouwen hebben in de democratie".   

Neem een kijkje op de website van Bürgerdialog. De Bertelsmann Stichting heeft een Engelstalige studie over het Ostbelgien-model gepubliceerd.