Burgerpanel We Need To Talk komt met evenwichtig maar strikt voorstel

Tijdens het burgerpanel We Need To Talk heeft een diverse groep van zestig gelote burgers zich zes dagen lang gebogen over de partijfinanciering. Vandaag stellen zij het resultaat voor: een verfrissend, constructief en ambitieus pakket van 34 aanbevelingen. De burgers vinden dat elke partij voldoende middelen moet hebben om haar maatschappelijke rol te vervullen. Maar ze moeten zich ook aan enkele regels houden. Met onder andere minimum- en maximumpercentages, een jaarlijks plafond voor sociale media-uitgaven en limieten op sparen en beleggingen willen ze duidelijk definiëren waar partijen het geld aan moeten uitgeven en waar niet. Uit de reeks aanbevelingen blijkt duidelijk dat ze een evenwichtige verdeling tussen grote en kleine partijen belangrijker vinden dan de hoogte van de dotatie, waarover veel discussie was. Woordvoerster Alicja Gescinska: ‘Alle puzzelstukken liggen op tafel om werk te maken van een hervorming. De burgers hun oproep is duidelijk: nu is het aan de politiek. Dit verdient een vervolg.’

Zeven hoofdlijnen 

Als inleiding op hun aanbevelingen benadrukken de deelnemers van het burgerpanel de cruciale rol van politieke partijen in de samenleving. Net daarom moet hun werking verankerd worden in de grondwet. De partijfinanciering moet verzekeren dat alle partijen voldoende geld krijgen om hun democratische rol te spelen, maar tegelijk moeten er voldoende beperkingen zijn om verspilling en het aanleggen van te grote reserves tegen te gaan.

De 34 aanbevelingen van de burgers kunnen samengevat worden in 7 onderdelen: 

  1. De uitgaven moeten gereglementeerd worden. Zo moet er een plafond komen voor de uitgaven aan lokale afdelingen en aan communicatie en moeten partijen verplicht worden om een minimumpercentage van hun geld te besteden aan onderzoek. Op die manier kan verzekerd worden dat partijen voldoende budget besteden aan hun kerntaken.
  2. Er moeten strengere regels komen op vlak van communicatie.
    1. De burgers erkennen het belang van sociale media voor communicatie met de achterban, maar ze willen het speelveld tussen kleine en grote partijen gelijker maken. Daarom mogen partijen per jaar niet meer uitgeven aan sociale media dan een maximumbedrag dat voor alle partijen geldt. 
    2. De huidige regelgeving over communicatie tijdens de sperperiode moet uitgebreid worden naar sociale media: tijdens de 4 maanden voor de verkiezingen mogen op de pagina’s van partijen, mandatarissen en kandidaat-mandatarissen enkel zuivere partijstandpunten geplaatst worden. 
    3. Een ethische commissie moet opgericht worden om toe te zien op de inhoud van de online communicatie van de partijen.
  3. Partijen moeten grotendeels gefinancierd blijven worden met publiek geld, maar niet-publieke inkomstenbronnen van partijen moeten sterk gereguleerd zijn. De huidige regelgeving rond giften moet behouden worden, legaten aan partijen moeten verboden worden en het achterpoortje van schenkingen via lidgelden moet gesloten worden. Het bedrag van het lidgeld mag nooit hoger zijn dan het maximaalbedrag voor giften.
  4. Over de hoogte van de federale dotatie was veel discussie. 17 deelnemers spraken zich niet uit. Van de anderen was een meerderheid (57%) voorstander om de dotatie te verlagen, 32% pleitte voor de status quo en 10% wilde een verhoging. Belangrijker vonden deelnemers dat alle partijen voldoende geld moeten krijgen om hun basiswerking te garanderen en dat de financiële verschillen tussen grote en kleine partijen wat verminderen. Daarom stellen zij voor om het forfaitaire bedrag dat elke partij krijgt bij het verwerven van minstens één Kamerzetel, op te trekken. Partijen die het goed doen mogen beloond worden, maar niet in de mate dat het speelveld ongelijk gemaakt wordt. Het variabele deel van de partijfinanciering moet degressief gemaakt worden.
  5. Limieten op sparen en beleggingen: Partijen mogen beperkte bedragen sparen, maar enkel als die bedragen binnen een redelijke termijn gebruikt worden en een bepaald plafond niet overschreven wordt. Beleggingen kunnen enkel in risicoloze producten (zoals staatsobligaties) en in Belgische, ethische beleggingen. Ook hier geldt een plafond. Investeringen in vastgoed kunnen enkel voor gebouwen voor eigen gebruik (bv. als bureau, onderzoekscentrum of vergaderzaal). 
  6. Meer transparantie en externe controle: De inkomsten en uitgaven moeten toegankelijk zijn op een online platform dat een onderlinge vergelijking mogelijk maakt. De controle op de rekeningen moet onafhankelijker gebeuren, bijvoorbeeld door een extern controleorgaan met onafhankelijke deskundigen of door het Rekenhof extra bevoegdheden te geven. Indien partijen de standaarden rond transparantie en controle niet naleven, moeten er financiële sancties komen. Tot slot moet er een apart juridisch statuut komen voor ‘politieke partijen’, zodat zij beter gecontroleerd kunnen worden.
  7. Een lagere drempel voor nieuwe partijen: om nieuwe ideeën toe te laten in het debat, moeten nieuwe partijen, onder strikte voorwaarden, aanspraak kunnen maken op een basisfinanciering. Als een nieuwe partij meer dan 50.000 handtekeningen verzamelt, zou ze recht moeten hebben op een ‘startdotatie’. Als een partij 50.000 stemmen haalt, maar geen zetel, moet ze ook een basisbedrag krijgen om haar visie te kunnen uitbouwen en verdedigen naar de volgende verkiezingen toe

‘Neem onze aanbevelingen ernstig’

De burgers zijn duidelijk over hun verwachtingen. ‘Het panel heeft hard gewerkt,’ zegt deelneemster Julia Dora (16), ‘We willen echt dat de politici hierop reageren en ermee aan de slag gaan. Het zou jammer zijn dat dit gewoon in de schuif belandt.’ Deelnemer Jan (62) stelt zich constructief op: ‘Ik blijf geloven in een democratie waar partijen een belangrijke rol in hebben. Hiervoor hebben ze uiteraard werkingsmiddelen nodig. Toch mis ik transparantie over hoe die middelen bijdragen tot een goede werking van onze democratie.’ Hij sluit af met een oproep: ‘Neem onze aanbevelingen ernstig en zie dit ook als een belangrijke opstap naar betrokkenheid van de burger met het beleid.’

Alicja Gescinska, woordvoerster van We Need To Talk, is opgetogen met het resultaat. ‘Dit zijn bijzonder goed onderbouwde aanbevelingen. De burgers maken een aantal duidelijke keuzes en tonen aan politici welke richting de hervorming moet uitgaan. 60 burgers hebben drie volledige weekends opgeofferd om dit werk af te leveren. Na alle berichten over het dalende politieke vertrouwen is dat een enorm positief signaal.’

Presentatie in het parlement

Op woensdag 24 mei worden alle aanbevelingen voorgesteld in een hoorzitting die georganiseerd wordt door de parlementaire commissie Grondwet en Institutionele vernieuwing. Uit respect voor de democratische instellingen, bezorgen we het rapport eerst aan het parlement. Vanaf dan zal het volledige rapport met alle aanbevelingen voor iedereen beschikbaar zijn.